Licht & Laser

Licht & laser maken beiden gebruik van specifieke golflengtes. Deze golflengtes bevinden zich in het zichtbare / bijna infrarode spectrum en worden geabsorbeerd door het pigment, bloed of water in de huid. Op het moment dat deze geabsorbeerd worden, wordt de energie omgezet in warmte. Hierdoor kan er zeer gericht energie worden afgegeven aan afzonderlijke structuren in de huid. Energie die niet geabsorbeerd wordt verdwijnt, wat inhoudt dat er geen verdere schadelijke neveneffecten kunnen ontstaan.

De termen licht & laser worden vaak door elkaar gebruikt, waarbij licht wordt omschreven als IPL. Beide bevinden zich binnen hetzelfde spectrum aan golflengtes, maar IPL maakt gebruik van meerdere golflengtes die zich direct vanuit de lamp verspreiden. Laser maakt gebruik van één enkele golflengte die als een rechte straal wordt afgegeven.

Het licht dat wordt gebruikt bij laserontharing wordt geabsorbeerd door het pigment in de haren. Deze lichtenergie wordt omgezet in warmte en deze warmte wordt afgegeven aan de haarfollikel. Doelstelling van de verhitting is om de haarfollikel uit te schakelen. Om de haarfollikel uit te kunnen schakelen moet de haar in de actieve groeifase (anagene fase) zitten. 

Tijdens deze fase is de haar volledig in contact met de haarfollikel. Als de groeifase voorbij is schuift de haar naar boven uit de haarfollikel en is het niet meer mogelijk om de hele haarfollikel te verhitten. Haren die in deze tussenfase (katagene fase) zitten zullen in de verzwakte vorm terugkeren en met een volgende behandeling opnieuw behandeld worden. Er is ook nog een derde fase, de telogene fase, waarbij er geen haar meer aanwezig is in de haarfollikel. Dit betekent dat de haarfollikel opnieuw in de groeifase moet komen om effectief behandeld te kunnen worden. Hierdoor zijn er meerdere ontharingsbehandelingen nodig.

De laser absorbeert op pigment, maar pigment zit niet alleen in de haren, maar ook in de huid. Daarom moet er ook rekening worden gehouden met verschillende huidskleuren, ook wel huidtypes. Huidtypes kunnen onderverdeeld worden in 2 verschillende schalen: de Fitzpatrick Classificatie Methode welke gebaseerd is op de huidreactie t.o.v. de zon, en de Lancer Etniciteit Schaal welke is gebaseerd op genetische factoren.

Terwijl ieder individu een specifiek eigen type heeft, kunnen er variaties zijn in kleur in op verschillende delen van het lichaam. Dus gebieden die meer worden blootgesteld aan de zon, zoals het gezicht, zullen donkerder zijn dan verborgen gebieden. Er is ook verschil in natuurlijke kleuring van gebieden, zoals de binnen- en buitenkant van de bikinilijn.

Fitzpatrick Classificatie Methode

De Fitzpatrick schaal is gebaseerd op de reactie van de huid bij 30 minuten blootstelling aan de zon zonder Sun block. Dit bepaald of de huid gebruind ofwel verbrand is. De huidtypes zijn in te schalen in:

Type I

Blank -Verbrand altijd, wordt nooit bruin

Type II

Blank – Verbrand meestal, wordt moeilijk bruin

Type III

Blank – Verbrand soms, bruint goed

Type IV

Olijfkleurig – Verbrand zelden, bruint makkelijk

Type V

Bruin – Verbrand zelden, bruint makkelijk

Type VI

Negroïde – Verbrand nooit, bruint erg makkelijk

LANCER ETNICITEIT SCHAAL (GENETISCHE FACTOREN)

De Lancer schaal is gebaseerd op de normale huidskleur kenmerken van etnische groepen die helpen om te voorspellen hoe de licht-weefsel interactie is, afhankelijk van de genetische pre-dispositie van melanocyten activiteit. Meestal helpen haar- en oogkleur ook in het bepalen van de huidclassificatie:

Blank

Type I-III (Scandinavisch is 1, Mediteraans is 3)

Aziatisch, Latin

Olijfkleurig,
type IV

Oost-Indisch

Medium, type V

Negroïde

Type VI